02 February 2012

Wordt de Chinese landing een harde landing of zachte?

Er is een verhitte discussie gaande over de Chinese economie. Het is duidelijk dat de Chinese economie afkoelt. De vraag is echter of de Chinese economie de groeicijfers van de afgelopen jaren vast weet te houden of daalt de economische groei in China naar minder dan 6%, hetgeen als een harde landing wordt beschouwd door veel economen.

Het is een lastig te beantwoorden vraag wat mij betreft. Enerzijds zijn er goede argumenten dat de Chinese economie nog jaren met 8% of meer kan groeien, anderzijds de gebrekkige werking van het marktmechanisme en hoe de Chinese maatschappij is geordend doet vermoeden dat hoge groei percentages gepaard moeten gaan met misallocatie van productiemiddelen die nu China de grootste economie ter wereld is ,moet leiden tot vertraging van de economische groei oftewel er een correctie zal plaats vinden van deze misallocatie van middelen.

De Chinese groei is met name gebaseerd op twee pijlers: 1. export en 2. enorme investeringen in infrastructuur en onroerend goed. De export wordt al jaren in stand gehouden door een kunstmatig laag gehouden renminbi die tot meer export leidt dan goed is voor China. Zie eerdere artikelen die ik schreef over China. De Chinese leiders kiezen liever voor sociale rust in het eigen land en problemen in het buitenland. Gegeven de nog steeds extreem lage lonen in China, zal de export de komende jaren nog wel verder groeien, maar de Europese schuldencrisis bewijst dat er niet veel ruimte meer is om nog meer naar het buitenland te exporteren. Na de crisis van 2008 werden de tekorten op de handelsbalansen nog gefinancierd door de private sector, maar na 2008 dienden de westerse overheden (lees de westerse maatschappijen) een garantie te verstrekken. De eerste slachtoffers (lees Griekenland en Portugal) zijn gevallen, het is wachten op de grotere slachtoffers onder de Westerse overheden.

In termen van het politieke schaakspel, is het laag houden van de wisselkoers waarmee dus grote misallocaties worden veroorzaakt een gemakkelijke manier voor politici om hun doelen te bereiken. Als exporterend land profiteer je van de voordelen en het land dat teveel importeert zadel je op met de problemen. China heeft de lusten, de andere landen de lasten.

Met de oplopende rentes van Italie en Spanje werd duidelijk dat zelfs overheidsgaranties van grote landen niet bij voorbaat meer voldoende zijn. Daarmee is in ieder geval duidelijk geworden dat er grenzen zitten aan de groei van de Chinese economie  door meer te exporteren. De rest van de wereld heeft niet meer de middelen om te betalen voor de Chinese export.

De andere pijler van de Chinese economie staat ook op wankelen. Maar liefst 50% van de Chinese economie bestaat uit investeringen in kapitaalgoederen en infrastructuur. En slechts 30% is binnenlandse consumptie. Alhoewel ik het zelf nooit bestudeerd, schijnt dit hoge percentage als deel van de Chinese economie niet vol te houden zijn.  Het aantal wolkenkrabbers dat momenteel in China wordt gebouwd is meer dan 25. Als we de geschiedenis bestuderen, is de bouw van zoveel wolkenkrabbers een belangrijke aanwijzing dat de Chinese onroerend goed markt daadwerkelijk een bubbel is die op uitbarsten staat.

Ook onroerend goed als percentage van het Chinese nationaal product is enorm. Een groot gedeelte van de Chinese economie is afhankelijk van de bouw van onroerend goed.  Het is moeilijk voor te stellen dat de Chinese overheid een leeglopende onroerend bubbel, veroorzaakt door gebrek aan kopers, kan managen. Door dat verkopers traag zijn met hun prijs aan te passen dienen kopers te wachten totdat de "verkopers" hun prijs laten zakken. In veel gevallen kunnen verkopers gegeven de schuldenlast die ze hebben hun prijs geen eens laten zakken, omdat ze dan met een rest schuld blijven zitten. De negatieve consequenties van dalende huizenprijzen wordt vaak onderschat vanwege de sluipende vertraging die dat tot consequentie heeft. Daardoor zijn groeivoorspellingen vaak te rooskleurig (het welbekende deflatie verhaal).

Om snel te blijven groeien moeten Chinezen dus meer gaan consumeren. Waar het in de Chinese hierarchie gemakkelijk is om Chinezen als werknemers te behandelen, is het toch beduidend moeilijker voor de Chinese toplaag om zijn medemens als consument te behandelen. De Chinese overheid praat er al 5 jaar over, maar behalve dan de rijke toplaag die wel geld uit geeft als water is het nog niet erg gelukt met de consumptie. Chinezen blijken vooral te sparen.

Al met al de eerste conclusie van bovenstaand verhaal is: de twee pijlers van groei lijken niet meer de gezonde basis te zijn van de Chinese economie en de nieuwe pijler staat nog in de steigers. Een recept voor een correctie.

Toch is het niet zo eenvoudig. De Chinese overheid heeft in tegenstelling tot de westerse overheden nog genoeg monetaire ruimte om de economie te stimuleren. De export motor hapert misschien maar is een krachtige motor van de Chinese economie en kan de Chinese economie nog lang voort stuwen. China importeert bijvoorbeeld op dit moment meer olie dan ze nodig hebben, importeert goud en waarschijnlijk hebben ze grote voorraden andere grondstoffen aangelegd. Zonder deze "nutteloze import" zou de het handelsbalans overschot fors hoger zijn.

Een ander argument dat ik niet vaak lees is dat consumptie in den beginne vaak toch kapitaalgoederen zijn. Je koopt een groter huis, je koopt een auto, je gaat vliegen. Oftewel een groot gedeelte van de investeringen zijn mijn inziens "verborgen consumptie". Dat die consumptie vooral door rijke Chinezen wordt gedaan door middel van het kopen van een tweede of derde huis betekent nog niet dat het geen consumptie is.

Wat ik ook vaak mis in de negatieve verhalen over China is dat  met zulke hoge groei cijfers (nominale groei is zelfs 17-20%) dat prijsverschillen veel sneller recht worden getrokken. Als bijvoorbeeld het luchtverkeer met 20% per jaar groeit, verdubbelt het luchtverkeer bijna elke 3 jaar. In hoeverre zijn de nu "overbodige" luchthavens zonder passagiers dan nog steeds overbodig?

Evengoed neig ik er naar om de beren gelijk te geven. De misallocaties in de Chinese economie zijn onmiskenbaar groot. De verhalen over spooksteden en nog te bouwen wolkenkrabbers zijn de anekdotes van een economisch orgie die wel tot een kater moeten leiden. Het kan best nog wel even duren voordat de correctie plaats zal vinden. Waar bijvoorbeeld in de Verenigde Staten het marktmechanisme beter werkt, of in Spanje de economische groei wegviel, zijn fundamenten voor een zachte landing beter in China, maar toch als je de grafieken bestudeert, dan valt er bijna geen andere conclusie te trekken dat China last heeft van de allergrootste onroerend goed bubbel op aarde. En dat de terugkeer naar de mediaan bijna altijd sneller en meer geweld gepaard gaat dan  de soft landing theorie predikt.

Dus ja, ik geloof sterk dat het Chinese Draak nog lang niet uitgespuwd is. Er is zelfs hoop dat dit groeiwonder nog jaren een wonder blijft, maar hoe meer je de puzzelstukjes in elkaar probeert te passen, hoe meer je tot de conclusie komt dat het evenwicht zo verstoord is dat er een stevige correctie nodig is.

Met de wijze woorden dat Mr. Market genadeloos is, ook voor Chinezen, wil ik dit verhaal graag afsluiten.

No comments: